De geschiedenis van de paters Kruisheren in Denderleeuw (3)

In 1989 houdt het H.-Kruiscollege op te bestaan en ziet het IKSO het levenslicht. In dat IKSO zal de spiritualiteit van de Kruisheren en hun college verder leven en o.a. vertaald blijven in de continue inzet van heel wat leerkrachten in de parascolaire activiteiten, waarbij we zeker de activiteiten van het pastorale team niet mogen vergeten. Pater Jan Henckens wordt de laatste prior van het convent. In 1990 sterven Jules Snyders, één van de "bende van vier" in 1947, en Willem Tieken. Samen met Jef Theunissen, die in 1977 overleed, zijn het de enige Kruisheren die op het Denderleeuwse kerkhof begraven liggen. Als in het voorjaar van 1992 prior Henckens door de hogere overheid wordt benoemd als rector van de San Giorgio - een kerk in Rome die door de Kruisheren wordt bediend - lijken de dagen van de Kruisheren hier geteld. De krantenkoppen hebben het over "een rijk verleden en een onzekere toekomst" en berichten op 9 aug. zelfs : "Paters Kruisheren verlaten Denderleeuw". Eerder in maart hadden de overgebleven conventsleden met spijt in het hart beslist om de openbare zondagse eucharistieviering in de kapel af te schaffen. Eind augustus wordt pater Jennen door het provinciaal bestuur aangeduid als verantwoordelijke voor de geestelijke en materiële leiding van het klooster en wordt pater De Bolle de verantwoordelijke van het provincialaat bij de verkoop van het pand. Het klooster staat dan, voor de eerste keer, te koop. In het voorjaar van 1993 verlaten twee pioniers, de paters Jennen en Franssen, het hun dierbaar geworden Denderleeuw : ze worden respectievelijk benoemd voor Hasselt en Maaseik. (Pater Franssen overlijdt 10 jaar later, op 18 mei 2003.)

Maar dan gebeurt er, in de nacht van 27 op 28 juli 1993, in Rome iets wat verstrekkende gevolgen zal hebben voor Denderleeuw. Voor de basiliek van San Giorgio in Velabro, waar Jan Henckens rector is benoemd, ontploft er een bomauto. De 7e eeuwse basiliek in één van de oudste kerkjes in Rome en als beschermd monument is het een zeer populaire kerk bij trouwlustigen. Naast de kerk bevindt zich het generalaat van de Kruisheren. De explosie is zo hevig dat niet alleen aan de kerk maar ook aan het klooster enorme schade wordt aangericht. Een paar paters belanden voor weken in het ziekenhuis. De technische dienst, verantwoordelijk voor het culturele erfgoed van de Eeuwige Stad, begint met monnikengeduld aan een gigantische klus : in 1050 kratten worden de brokstukken, nadat er eerst topografische gegevens op zijn aangebracht, verzameld. Alle stukjes van de puzzel zullen opnieuw in elkaar moeten worden gelegd. De restauratie van de kerk zal, zo blijkt later, 5 jaar duren. De magister-generaal en de zijnen dienen voor een langere periode, zo is van meet af aan wel duidelijk, een onderkomen te vinden. De keuze ligt voor de hand : in het klooster van Denderleeuw dat toch zo goed als leeg staat.

Op maandag 22 juni 1998 verlaten pater Lambert Graus, de generaal van de Kruisheren, en zijn staf het onooglijke dorp in Oost-Vlaanderen. Iets later gaat pater Notelaers, die tijdens de week in Denderleeuw logeert omdat hij les geeft aan het IKSO, met pensioen. Alleen Willy De Bolle en Johan Stammen blijven, een beetje verweesd, als enigen achter in het voor hen veel te grote gebouw. Het klooster staat dan voor de tweede keer te koop. Uit studies blijkt dat het pand niet geschikt is om te worden verbouwd tot bejaardenhome of om er serviceflats in onder te brengen. Het stemmige klooster is, zoals ik in een vorige bijdrage schreef, architecturaal een klooster en niets anders dan een klooster : dat is zijn warme charme maar indirect ook zijn groot nadeel. De verkoop wil maar niet opschieten.

Een geluk misschien. Rector Jan Henckens, in Rome achtergebleven om toezicht te houden bij de heropbouw van het generalaat en de restauratie van de San Giorgio, keert terug naar België. Hijzelf, Bert Van de Ven en (iets later) Edgard Claes beginnen in de zomer van '99 in Denderleeuw met een nieuw spiritueel project. Verbouwingswerken in het klooster zelf zijn noodzakelijk : zo wordt bijv. de vroegere kapel tot een tentoonstellingsruimte omgebouwd.

Jan Henckens sterft jammer genoeg in februari 2000. Zijn dood betekent echter niet het einde van "Kruispunt" want dat is de naam die aan het project wordt gegeven. Het klooster wil, net als Denderleeuw zelf, een knooppunt zijn waar wegen en mensen elkaar kruisen. Het wil een oord zijn waar schoonheid wordt geschapen en waar men zich kan bezinnen in alle stilte en rust, een plek ook waar, symbolisch genoeg, de Oxfam-wereldwinkel zijn plaats krijgt en waar vluchtelingen niet worden afgescheept.

Er is zoveel meer te zeggen over dat "Kruispunt" van de Kruisheren. We plannen een interview want het is misschien geen slecht idee om de mensen achter het hele gebeuren zelf aan het woord te laten.

H.J.

Ga verder naar deel 4

Keer terug naar deel 2


Lees ook de andere artikels van Herman !



Bezinningsteksten

Geschiedenis van Denderleeuw

Oude Tradities

Over ouder worden ...


... en sterven

Actualiteit

Ons land