Melun

Melun is een stadje gelegen aan de noordrand van het Bos van Fontainebleau en aan de oevers van de Seine.

Het stadje Melodunum, wordt al vernoemnd in 'De Bello Gallico' van Julius Caesar. Het Huis van Capet, de Franse dynastie, bouwde er in de 10de eeuw een kasteel dat tot in de Renaissance geliefd was bij de Franse koningen. In de 15de eeuw waren er in de stad niet minder dan 5 kloosters. 

In het stadje kan je een historische wandeling maken langs 29 plaatsen, waar telkens borden met uitleg zijn voorzien.  In het bureau van toerisme kan je een brochure aanschaffen (maar je kan ze ook hier downloaden)

De wandeling loopt langs Le Prieuré Saint-Sauveur, Les coches d'eau, L'Ile Saint-Etienne, Le château, Les moulins sur la Seine et les bateaux-lavoirs, Le "Pont-aux-Moulins", La place Chapu, Le four "du manège", La collégiale "Notre-Dame", Etienne Chevalier, Les ponts et moulins sur l'Almont, Les fortifications au Moyen-Age, La fontaine Saint-Jean, Les Récollets, L'ancienne église et le lavoir Saint-Liesne, De l'Hôtel des Cens à l'Hôtel de Ville, Jacques Amyot, Louis-Eugène Godin, Eugène-Gabriel Leroy, Le clocher Saint-Barthélemy, L'abbaye de Saint-Père, Paul Cézanne, La Place du Martroy, Les marchés de la Paroisse Saint-Aspais au Moyen-Age, L'église Saint-Aspais, Le "Pont-aux-fruits", L'Hôtel de la Vicomté, Héloïse (1101 – 1164) et Abélard (1079 – 1142).

We moeten het echter eerlijk toegeven : ons bezoek aan de stad was eerder gebaseerd op culinaire gronden. Melun is immers vooral gekend omwille van zijn kaas : de Brie de Melun, die samen met de Brie de Meaux, één van de topkazen van de streek is. Om historische redenen wordt de Brie dan ook 'De kaas van de koningen' of 'de koning van de kazen genoemd'.

Het was voornamelijk 'La Confrèrie des chevaliers du Brie de Melun', met hun kleurige kostuums en het verleidelijke aanbod van een degustatie van Brie en andere regionale producten, die ons naar hier bracht. We werden er in de raadszaal van het Stadhuis ontvangen door Les Confrères.