In een vorig artikeltje stipten we aan dat een 40% van de Denderleeuwse senioren
instaat voor de opvang van de kleinkinderen. Daarnaast blijkt dat 34,6% van de
ondervraagden wel eens hulp biedt aan zieke, gehandicapte of bejaarde
familieleden, aan kennissen en buren. Iets meer dan 1 op de 10 senioren (13,2%)
doet aan vrijwilligerswerk : ze zijn sociaal geëngageerd in de non-profit
sector, actief in rustoorden, praatcaf's en sociale restaurants, bij teleonthaal
en minder mobielencentrales.
Toch mogen we daaruit niet concluderen dat we hier in Denderleeuw in de beste
van alle mogelijke seniorenwerelden leven. Een paar resultaten uit het
behoefteonderzoek confronteren ons met een andere kant van de medaille. Slechts
56% van onze 60-plussers is lid van één of andere vereniging : we scoren daarmee
het laagst voor heel Vlaanderen ! We hebben evenmin redenen om te juichen als
ook blijkt dat maar 1 op de 4 senioren aangesloten is bij een ouderenvereniging.
(Gemiddelde voor Vlaanderen is 1 op de 3.) De enquêteurs noemen dat, niet ten
onrechte, "verstedelijkte" cijfers. Denderleeuw is de dichtstbevolkte gemeente
van Oost-Vlaanderen en meer en meer worden de gevolgen van die bevolkingsaanwas
voelbaar en zichtbaar. Het ras van de autochtone inwoners sterft uit : de
vroegere 'skiptrekkers' vormen een slinkende minderheid in een gemeente waar
elke morzel grond wordt volgebouwd, dikwijls met appartementsblokken waarvan de
bewoners naamloos blijven voor elkaar, ook al horen ze boven- en onderburen
thuiskomen, eten, naar bed gaan en weer vertrekken naar het werk. De deuren van
de flats isoleren perfect en efficiënt : ze sluiten vreemde werelden af en
contact uit.
De bovengenoemde cijfers indachtig hoeft het ons dan ook niet te verwonderen dat
de Denderleeuwse senioren op "de schaal eenzaamheid" niet zo schitterend scoren
: 20,9% - en dat cijfer ligt beduidend hoger dan het Vlaamse gemiddelde- heeft
af te rekenen met ernstige eenzaamheidsgevoelens. Qua burgerlijke staat waren
een kleine 30% van de ondervraagden alleenstaanden, meestal weduwe of weduwnaar.
Voor 2 op de 3 van hen drukt de afwezigheid van een levenspartner als lood op de
schouders. Ouderen hebben hulp nodig, vooral bij de bereddering van het
huishouden (poetsdienst), bij verplaatsing en bij persoonlijke verzorging. Over
de ontvangen hulp van de kinderen, de poetsdiensten van OCMW en Familiehulp en
over de steun van de huisarts is men tevreden tot zeer tevreden. Toch is er ook
een populatie die verbitterd is over de hulp die men van de partner (5,4%) en de
eigen kinderen (niet) krijgt: met 8,6% als laatste cijfer zitten we aan het
dubbele van het Vlaamse gemiddelde.
Gelukkig woont 84% van de senioren in een eigen woning want ongeveer de helft
moet rond zien te komen met een inkomen dat lager ligt dan 1000 euro : zij
hebben het moeilijk tot zeer moeilijk om tegen het einde van de maand niet in
het rood te gaan.(Waarmee bewezen is dat een eigen huis het beste appeltje is
voor de dorst op latere leeftijd, de ideale spaarpot voor de oude dag.) De
meerderheid van de 16% die over geen eigendom (huis) beschikt leeft aan de rand
van of onder de armoedegrens, zeker als de gezondheid het laat afweten. Het is
geen toeval dat een groeiende groep van zieke bejaarden aan de OCMW-deur komt
aankloppen voor steun omdat de ziekenhuisfactuur en de apothekersrekening niet
betaald kunnen worden. Gezien de spectaculaire prijsstijgingen in de
energiesector - met de stookolietoelage kan men de meubelen niet redden, ook al
helpen alle beetjes - en de te verwachten hausse van de prijzen in de
voedingsindustrie is de kans groot dat die groep van oudere huurders nog meer in
de problemen komt. Sommigen zullen me misschien van doemdenken verdenken maar ik
vrees dat we de 7 vette koeien hebben opgepeuzeld en dat de top van de
welvaartsberg achter onze rug ligt.
De woningen van de senioren zijn door de band 45 à 50 jaar oud. Voor iets meer
dan één derde van de bewoners is het huis ernstig onaangepast in die zin dat het
te groot geworden is en dat de trappen voor problemen zorgen. Voor velen van hen
zal dan ook het ingrijpende en wellicht pijnlijke moment aanbreken dat men naar
een bejaardenhome dient te verhuizen. Voor velen ook zijn de zorgen dan niet van
de baan. De dagprijzen in de homes schommelen tussen de 40 en de 45 euro. Met
wat voorzieningen erbij ( dokter, pedicure,kapper, een koffietje of pintje in de
caf'taria) kost een opname al snel een kleine 1500 euro per maand. Zoals boven
al werd aangegeven moet de helft van de gepensioneerden het rooien met een
inkomen dat beneden de 1000 euro per maand ligt. Als de kinderen niet spontaan
over de brug komen en het tekort bijpassen dan zit er voor de bejaarde senior
niets anders op dan de woning te verkopen - als hij of zij er een heeft - of aan
te kloppen bij het OCMW. In het laatste geval begint het moeilijke verhaal van
de onderhoudsplicht der kinderen en dat verhaal biedt stof genoeg voor een
aparte tekst.
H.J.
ga terug naar het vorige deel
Lees ook de andere artikels van Herman !